Andere

Vind je jouw misdrijf (of waarvan je beschuldigd wordt) niet terug in de lijst? We overlopen hier enkele andere overtredingen.

Sinds 2006 werden overtredingen ingedeeld in 4 graden, volgens het gevaar dat ze kunnen opleveren. Voor elke graad gelden andere straffen. Uiteraard is de regel: hoe gevaarlijker, hoe hoger de boete.

1ste graad

De ‘minst ernstige’ overtredingen. Voor deze overtredingen krijg je een geldboete van 55 € tot 1.375 €. Bij een onmiddellijke inning wordt 50 € gevorderd.

Enkele voorbeelden:

  • Onrechtmatig op een pechstrook rijden
  • 's Nachts zonder verlichting fietsen
  • Richtingaanwijzers niet gebruiken
  • Gordel niet dragen

2de graad

De 2de graad bevat twee soorten overtredingen: de overtredingen die de veiligheid van personen onrechtstreeks in gevaar brengen en het onrechtmatig gebruiken van parkeerplaatsen voor gehandicapte personen. Je GSM gebruiken achter het stuur valt ook onder deze categorie.

Deze overtredingen worden bestraft met een geldboete van 110 € tot 1.775 € en een mogelijk rijverbod van 8 dagen tot 5 jaar. Bij een onmiddellijke inning wordt 100 € gevorderd.

Andere voorbeelden in deze reeks:

  • het verkeer hinderen of het onveilig maken, bv. zwerfvuil op de openbare weg werpen of rook of stoom verspreiden
  • sturen wanneer je niet in staat bent om dit te doen
  • al rijdend niet handenvrij bellen
  • snelheid niet aanpassen aan de weersomstandigheden
  • niet vertragen bij dieren op de openbare weg
  • onvoorzichtig zijn bij het oprijden van een kruispunt
  • gewone voertuigen rechts inhalen of spoorvoertuigen links inhalen (behalve uitzonderingen)
  • stilstaan op autosnelwegen of autowegen, tenzij er een parkeerbord staat
  • stilstaan of parkeren op een plaats waar het duidelijk een gevaar zou kunnen betekenen voor andere weggebruikers of waar het hen onnodig zou kunnen hinderen (bv. op trottoirs, op fietspaden)
  • niet doven van de grootlichten als men tegenliggers nadert
  • niet gebruiken van de mistlichten bij mist of sneeuwval die de zichtbaarheid verminderen tot minder dan 100 meter of bij felle regen
  • niet stoppen voor het vast oranje licht, tenzij men zo dicht genaderd is, dat men niet meer veilig kan stoppen
  • negeren van het verkeersbord B1 (voorrang verlenen) en B5 (stoppen en voorrang verlenen)

3de graad

Wanneer je een overtreding begaat die rechtstreeks de veiligheid van anderen in het gedrang brengt of het bevel van een bevoegd persoon negeert, zitten we in de 3de graad.

Deze overtredingen worden gestraft met een geldboete van 165 € en een mogelijk verval van het recht op besturen van 8 dagen tot 5 jaar. Bij een onmiddellijke inning wordt 150 € gevorderd.

Voorbeelden:

  • niet rechts kruisen
  • niet verplaatsen van een voertuig als je hiervoor aangemaand wordt
  • onvoldoende zijdelingse afstand laten bij het kruisen
  • links inhalen als je onvoldoende kan zien
  • links afslaan zonder voorrang te geven aan tegenliggers
  • niet stapvoets rijden in een voetgangerszone of in speelstraten
  • niet aansteken van de lichten als het donker wordt of is
  • geen voorrang geven aan prioritaire voertuigen met geluidstoestel
  • snelheid niet matigen als men langs een stilstaande bus, tram, … rijdt die reizigers laat in- of uitstappen
  • het niet naleven van de aanwijzingen van de gemachtigde opzichters
  • het rood licht negeren
  • een doorlopende streep overschrijden
  • het negeren van volgende verkeersborden: C1 (verboden richting voor iedere bestuurder), C 24a, 24b en 24c (verboden toegang voor bestuurders van voertuigen die resp. gevaarlijke goederen, gevaarlijke ontvlambare of ontplofbare stoffen of gevaarlijke verontreinigde stoffen vervoeren), C 35 (verbod om een gespan of voertuig met meer dan twee wielen links in te halen) en C 39 (hetzelfde verbod als bord C 35 maar dan voor bestuurders van voertuigen of slepen gebruikt voor het vervoer van zaken, met een maximale toegelaten massa van meer dan 3.500 kg).

4de graad

In de zwaarste graad komen de verkeersovertredingen terecht die de veiligheid van personen rechtstreeks in gevaar brengen en die bij een ongeval bijna onvermijdelijk leiden tot fysieke schade. Ze worden bestraft met de geldboete van 220 € tot 2.750 € en met verval met het recht op sturen van 8 dagen tot 5 jaar.

Gezien de ernst van deze inbreuken is er geen onmiddellijke inning mogelijk. Je wordt sowieso gedagvaard om te verschijnen voor de politierechtbank.

Enkele voorbeelden:

  • Anderen aansporen om overdreven snel te rijden
  • op een overweg komen als slagbomen dicht zijn, rode knipperlichten branden of geluidssein werkt
  • achteruitrijden op autosnelwegen
  • racen op de openbare weg
  • stopbevel negeren van een bevoegd persoon (horizontale uitgestrekte armen of het overdwars zwaaien met een rood licht).

Vond je jouw overtreding terug tussen deze voorbeelden? Ook dan zijn wij je graag van dienst voor advies of je verdediging in de politierechtbank.